Etappe 19, Tübingen (120 km / 750 hm)

Sinds gistermorgen regende het al de hele tijd. Toen we naar bed gingen regende het, toen we opstonden regende het nog steeds. We werden niet echt gespaard door de regen.

Want de was kon niet drogen en de tent was weer zeiknat. Nadat we onze spullen bij elkaar hadden geraapt en de tent te drogen hadden gehangen, konden we aan ons ontbijt beginnen. Gisteren werd ons al aangeboden dat er een ontbijt was op de camping voor maar 6 euro per persoon. Als wij onderweg zelf alles bij elkaar gaan halen zijn we het zelfde kwijt, dus ja waarom niet dachten we.

Eenmaal binnen in het gebouw waar we voor de eerste keer echt droog konden zitten, zonder ergens de regen te horen. Zagen wij een uitgebreid ontbijt buffet staan. Om als vergelijking te geven het leek op een buffet van een hotel. Zo hadden wij het niet verwacht dat het zou uitzien. Bij het ontbijt werden we vergezeld door een oude man die heel veel te vertellen had. Hij gaf aan dat Sigmaringen een stad was om naar toe te gaan. Want het had connectie met Koningin Wilhelmina en Kaiser Wilhelm. Daarbij zij ook dat de Tsaar van Rusland, De Kaiser en de koning van Engeland destijds allemaal een en de zelfde grootmoeder hadden. Dit dan buiten beschouwing te laten was het daar binnen zeer aangenaam.
Tevens was het daar ook heel erg gastvrij. Na ons ontbijt opgegeten te hebben, dat heel erg uitgebreid was, zijn we begonnen met fietsen.

We konden meteen aan de bak en konden gaan klimmen richting 650 meter hoogte. Dit over verharde en half verharde fietsenpaden die je zo nu en dan liever ziet verdwijnen dan er telkens weer op te fietsen. Hoe dan ook kom je elke keer weer boven op de toppen waarna je weer geleidelijk afkunt dalen. Nu we dus op de Reitsma route fietsen richting Rome, ja wij gaan richting Reuver, zien we veel Nederlanders die wel richting Rome fietsen. Vooral op het eerste stuk waar het nog regende. Het regende niet erg hard maar je kreeg het wel warm met de regenjas aan. Gelukkig voor ons stopte de regen na 25 uur eens. Zo konden we eindelijk weer fietsen zonder dat onze remblokjes het zwaar te verduren kregen, en wij niet als twee verzopen katten op de fiets zouden zitten.

Onze eerste tussenstop van de dag was Sigmaringen. Dit kwam deels door het aandringen van de oude man op de camping. En dit was zeer zeker de moeite waard. Want Sigmaringen heeft een mooie burcht die je van veraf kunt zien. Wij zagen hem in volle glorie nadat wij Sigmaringen verlieten. Alleen gebeurde dit pas nadat we een milchkaffee hadden gedronken in Sigmaringen. Nu het al 1 uur was en we pas 50 kilometer hadden gefietst, en nog maar 65 kilometer te gaan hadden, dit zou uiteindelijk wat meer zijn, zijn we verder gefietst naar Tübingen. Dit was niet al te makkelijk want we gingen toen we Sigmaringen verlieten meteen een muur op. We moesten helemaal terug en “schravelden” ons zelf weer naar boven. Maar dit was nog niet alles we waren net 500 meter boven en konden meteen weer naar boven naar bijna 700 meter. Dit weer gehad te hebben konden we nu valsplat omhoog rijden voor de komende 40 kilometer. Het was eerder heuveltje op heuveltje af. Dit niet zonder enige problemen want na 80 kilometer reed Dennis lek voor. Ditmaal gelukkig niet bergaf, want we weten allemaal een beetje hoe dat afliep. Dit kwam doordat er een klein glasscherfje door de band was gegaan en zorgde voor de lekke band. We hebben dus eerst dat uit de band gepeuterd de binnenband vervangen en zijn er weer vandoor gevlogen.

Nu moesten we nog een korte tijd bergop, dit wel zoals gezegd valsplat. Kwamen we langzaam op het punt om te dalen, want Tübingen ligt op 400 meter hoogte en wij reden op dat moment op 750 meter hoogte. Voordat we gingen afdalen zagen we een hoop borden langs de weg. Één daarvan was dat de weg 8 procent zou dalen. Met dit in ons achterhoofd wetende konden we haarspeldbochten verwachten. Dit allemaal pas voordat we een mooi uitzicht hadden over het dal waar wij ons naar toe moesten begeven. Nu we gedaald waren naar het dal met haarspeldbochten, wat ook weer eens leuk is. Dit omdat we eigenlijk veel afdaling recht toe recht aan zijn en niet zoals in Italië met ik weet niet hoeveel haarspeldbochten om omhoog of omlaag te gaan, konden we nu in dalende lijn fietsen richting Tübingen. Het was vanaf daar nog een goede 20 kilometer en in dalende lijn gaan 20 kilometer een stuk sneller dan bergop. Zodoende kwamen we snel aan op de camping waar wij onze tent hebben opgezet, gedoucht hebben en Tübingen zijn gaan bezoeken.

In Tübingen zijn we eerst opzoek gegaan naar de fietsenmaker. Dit omdat we ook wilden weten waar ergens de fietsenmaker zou zitten. Dit doordat Michel zijn tapaslager nu helemaal aan gort was. De afgelopen dagen kwam er al een vreemd gekraak uit de fiets, we vermoedde al een gebroken kogeltje. Dennis kreeg nu en dan pijn aan zijn ogen omdat de kogels er steeds tussen uit vlogen. Dit is nu echt aan vervanging toe, want zo kunnen we niet verder.

Nadat de tent stond, en we fris gewassen waren, zijn we het historiche Tubbingen ingegaan op zoek naar een Imbiss, want ja het is zondag, geen winkels open, en we hadden zin in een frietje en een gefrituurde schnitzel. Nadat we hebben gegeten en onze magen hadden getemperd, zijn we door Tübingen gefietst. Jammer genoeg begon het lichtelijk te regenen. Daarom vonden we het maar tijd om richting de camping terug te fietsen. Waar we een milchcaffee hebben gedronken en op het moment van schrijven aan een kloosterbier zitten. Want ja morgen is onze eerste halte de fietsenmaker, en deze opent zijn deuren pas om half 10 !