Dag 15, Suze la Rousse (110 km / 2120 hm)

Nog even terug naar gisteren. De fles rosé die ik had gekocht moest geopend worden, maar daar ik geen kurkentrekker bij me heb ( niet zonder reden , want heb ik meteen de mogelijk een gesprek te beginnen) ben ik bij de buren gaan vragen of zij de fles voor mij open konden maken.

Voordat ik terug in mijn tent was, was het al tegen middernacht, en lichtelijk aangeschoten. Dit kwam omdat we hebben tezamen gekookt en en onder het genot van een wijntje de hele avond hebben zitten klappen, dit waren namelijk Belgen. Magnoli en Bart, beie leraar frans ,toerden samen op de moter door Spanje en Frankrijk, en zo hebben we heel wat ervaringen kunnen uitwisselen. Mijn bedoeling was om op tijd te gaan rusten, maar dit gezelschap was zeer welkom. Geslapen heb ik als een os, hopelijk hebben de buren geen last gehad van mijn gesnurk. Daar mijn bio klok op 6 uur staat, werd ik deze morgen dus gewoon weer om zes uur wakker. Wat me meteen opviel was dat het ontzettend hard waaide, dit zou me de dag wel worden dacht ik nog.

Tegen 7.30 stapte ik na een uitgebreid ontbijt op de fiets voor de grote dag. Het begon lekker over een een mooi aangelegd fietspad, maar dit was van korte duur. Nu ging het over grote wegen die langzaam opliepen daar ik bijna vanaf 0 begon naar de 400 mt met zo af en toe een kuitenbijter, om op te warmen.

In Bedoin was het drukte van belang, hier zag je niets anders dan fietsers in alle soorten en maten. Bij een café plante ik me op het terras voor een cafe au lait. Tevens liet ik mijn bidons vullen. Op het terras voelde je bij de andere aanwezige fietsers de spanning voor de beklimming. Na nog een blikje cola voor de top te hebben gekocht begon het avontuur dan eindelijk voor mij.

Bij het verlaten van Bedoin begon de weg meteen op te lopen, het zij met een procent of 4. Vele fietsers vlogen me aan alle kanten voorbij en keken me verbaasd aan. Het grootste gedeelte van hen was van Nederlandse of Belgische afkomst. Ik had met mezelf afgesproken om rustig te beginnen en me niet gek te laten maken door de andere fietsers. In mijn rustige tempo passeerde ik toch al menige fietsers.

Bij saint Esteve ging het in een keer linksaf en keek ik tegen een muur omhoog, vanaf nu zou het serieuze werk gaan beginnen. Het percentage schoot meteen tegen de 10% en er waren zelfs stukken bij die daar overheen gingen. het fijne van deze klim is dat deze vrij gelijkmatig is en ik vond daarom vrij snel mijn ritme bij een een hartslag in mijn duurvermogen. Op het wegdek zag ik vele grote namen onder mij voorbijkruipen. Een iemand viel mij bijzonder op en dat was de naam van Hennie, met de mededeling "Gaas" van de fietsclub Efoz ( effe fietsen op zondag), dit is namelijk de club van een vrouwelijke collega van mij. Na enkele kilometers gevorderd te zijn in het bos begon mijn diesel aan te slaan en was het zelfs mogelijk om bij te gaan schakelen. Veel fietsers die mij in het begin voorbijkwamen zag ik nu langzaam dichterbij komen. Dit gaf mij de moed om door te blijven stampen. Wat me opviel was dat bijna alle fietsers al op het kleinste verzet fietsten. Ik daarentegen had nog een paar kransjes achter de hand voor noodgevallen. Natuurlijk kwamen me ook vele coureurs voorbij, met zo af en toe een echte klimmer. Tjezus wat gaan die hard zeg. Ondertussen raapte ik de ene na de andere op, en zag ik langs de kant van de weg veel fietsers snakken naar adem. Ook waren er enkele begonnen om hun schoenplaatjes te verslijten, oftewel aan het lopen. Mooi was het ook om te zien dat vele die mij voorbij kwamen, niet veel verder stonden te happen naar adem in de berm. Ze hadden zich blijkbaar dus toch verkeken aan die halve gare met fietstassen, want ik heb geen een andere vakantiefietsers gezien tijdens de beklimming of afdaling. Langzaam maar zeker klom ik naar het chalet, waar het bos plaats maakt voor de kale berg. Hier stonden ook weer vele fietsers bij te komen van hun inspanning, waarvan vele me voorheen al gepasseerd waren, en ik wenste hun bon courage. Tegen mezelf had ik gezegd dat ik in een keer naar boven toe zou trappen, dus zonder rustpauzes. Want als je daar eenmaal mee begint is het einde zoek, en ik spreek uit ervaring.

Vanaf het chalet verwachte ik veel tegenwind, maar die zat aan de andere kant van de berg, dus hoefde ik niet op zoek te gaan voor een brede kas. Het percentage nam nu af naar gemiddeld 7%, nog altijd zwaar, maar voor mij voelde dat als vlak. Meteen stak ik een paar tandjes bij en voerde het tempo de hoogte in. Nu haalde ik nog meer fietsers in die hun kruit al verschoten hadden. Nu ging het van de ene bocht naar de andere, en in elke bocht kon ik even de spanning van de benen halen om weer aan te zetten voor het volgende stuk. Tijdens de laatste kilometers voelde ik een lichte kramp opkomen en schakelde meteen een paar tandjes terug om op souplesse over te gaan. Bij de laatste kilometer werd het nog even echt steil , en begonnen mijn benen nu toch ook pijn te doen. Het noodgeval was daar en nu moest ik dan, het zei voor een kort stukje helemaal terug naar het allerkleinste verzet, maar het vooruitzicht van de top gaf me de moed om door te duwen. Nog een paar meter, en ja we hebben het gered we zijn boven.

Boven was het een drukte van belang, niet alleen fietsers maar ook motoren en veel auto's, waarvan vele als volgauto. Snel op zoek naar het bord voor de foto. Ik duwde iemand mijn fototoestel in de hand en zei foto maken Voor hem deed ik natuurlijk hetzelfde. Boven heb ik nog even genoten van het uitzicht met de cola die ik meegenomen had vanuit Bedoin, en maakte me op voor de afdaling. Na nog wat geklets te hebben met andere fietsers werd het tijd om te gaan dalen. Bij het ingaan van de afdaling was het een chaos van auto's die naar beneden wilde, en degene die naar de top wilden. Het was een geslinger tussen de auto's. Daarbij heb ik met mijn tassen nog menig auto geraakt.

Eenmaal de chaos voorbij ging het in volle vaart naar beneden. Aan deze kant van de berg stond een krachtige wind die het afdalen bemoeilijkte , doordat er zo af en toe een windvlaag in de zij kwam. Ik ben dus ook maar rustig aan naar beneden gedaald, maar passeerde nog steeds veel fietsers die daalden als een oud omaatje in een nissan micra. Eenmaal beneden ging het rechtsaf waar de terrasjes vol zaten met fietsers. De eerste klim die nu volgde deed ontzettend veel pijn in de benen. Maar gaandeweg leek het wel alsof ze beter werden. Nu was ik weer terug in de Provence en fietste weer van het ene mooie dorpje naar het andere. Gelukkig zijn de heuvels hier niet zo steil als gisteren en kwam ik ondanks de harde wind toch nog redelijk vooruit. Het open landschap, met de Romeinse dorpjes begon te veranderen naar de wijngaarden van de Cotes du Rhône.

Gisteren had ik al gezien dat er een camping in Suze zou zijn, en dat is meteen het beginpunt voor de groene weg naar huis. Nu nog even boodschappen doen en op naar de camping waar ik verwelkomt werd met een koud drankje van de eigenaar, en die alles wilde weten van mijn reis.

Doel 2 van mijn reis heb ik nu bereikt. Vanaf nu gaat het over de groene weg naar huis. P.s. Inmiddels ben ik de grens van de 2000 km gepasseerd.