Dag 8, San Damiano (160 km / 1275 hm)
Vannacht goed kunnen slapen met het klotsende water, moest er natuurlijk wel een keertje uit. Daar het ontbijt in iItalië onderweg wordt gedaan bij een bar, begon mijn dag vandaag om 7 uur.
Dezelfde weg die gisteren naar beneden ging moest vandaag dus terug omhoog. Dit ding is echt steil, stukken boven de 15%. Eenmaal dit steile ding achter de rug steeg de weg nog een geruime tijd om de cremosina pas (598 mt) te bereiken. Er volgde een mooie lange afdaling naar Borgosesia waar het tijd werd voor de cappuccino met gevulde croissantjes.
Na het ontbijt moest er nog een keer geklommen worden om vervolgens aan de afdaling naar de povlakte te beginnen. De povlakte kenmerkt zich hier door kilometers lange vlakke wegen door de rijstvelden. Dit komt omdat het hier een moerasgebied is, en dat de moren er in 15e eeuw de rijstcultuur hebben geïntroduceerd. Gelukkig maar anders hadden wij nooit die lekkere risotto-gerechten kunnen proeven De wind waaide niet zoals gisteren, maar stond nog steeds tegen. Hier kon wel snelheid gemaakt worden, dat was dan wel weer een voordeel. De kilometers vlogen hier voorbij en wat trouwens ook opviel was dat ik veel wielrenners onderweg tegenkwam. In tegenstelling tot bij ons zegt men hier wel normaal goedendag en hier natuurlijk Ciao als men elkaar tegenkomt.
In de verte zag je op de povlakte de bergen alweer opdoemen en bij Dorzano is er dan ook geen ontkomen meer aan. De weg gaat hier steil omhoog met percentages tegen de 15%, dit wordt weer harken. Maar ik moet zeggen na al dat klimmen boeit het eigenlijk niet meer, en fiets je gelaten tegen een berg omhoog. Het begon trouwens wel heet te worden hier, de temperatuur liep al tegen de 40. Als je dan aan het klimmen bent gutst het zweet je aan alle kanten uit het lijf, maar bij een afdaling is dat weer fijn want dat geeft dat dan weer een lekkere afkoeling. Eenmaal boven werd ik beloond met een mooi uitzicht op het meer van Viverone, en de daarom heen liggende kiwi-bomen.
Het was inmiddels al half twaalf en mijn tank stond al op reserve , dus snel op zoek naar voedsel wat ik vond in Alice Castello. Hier vond ik een allementeria en werd geholpen door een alleraardigste mevrouw om pannini, crudo en formaggio van de streek te kopen. Dit alles heb ik opgegeten in het nabij gelegen park, waar blijkbaar gisteren een feest was geweest. De stoelen en tafels stonden er nog, en hier heb ik natuurlijk handig gebruik van gemaakt.
Nu ging geleidelijk bergaf tot dat ik de Po rivier ben overgestoken, en kwam in de Monferrato streek bekend om zijn heuvels met dorpjes die hoog afsteken tegen de dalen, oftewel steil omhoog en dan weer steil naar beneden. De hitte begon inmiddels zijn tol te eisen, hier was niet tegen op te drinken, de liters vlogen er door heen. In elk dorp wat ik tegenkwam met een fontein werden de grote bidons weer gevuld, totdat het moment kwam dat ik geen fontein meer kon vinden. Volgens mijn garmin was het 45 gr, en ik liep al een klein uur op waterdampen. Nergens kwam een fontein of winkeltje of barretje. In Cortadone begon ik al lichtelijk te hallucineren en stond ik op het punt om gewoon bij iemand aan te bellen voor water, toen ik een oase zag oftewel een tankstation. Hier aangekomen vroeg ik voor water en de persoon ik kwestie wees naar ginder. Ik er snel naar toe, een kraantje uit de muur. De bidons wilde ik net gaan vullen toen de man aankwam en zei, even laten lopen want dan komt het koude water. Het kon kon mij geen enkele moer schelen hoe koud of warm het water was ik had ontzettende dorst. Dus snel een bidon warm water achterover gekieperd, en ik kan zeggen wat was dat lekker. Na de bidons weer volledig gevuld te hebben met koud water bleek het nog 20 km naar de camping te zijn. Het bleken nog zware kilometers te zijn, daar de hitte wel zijn tol geëist had. Iets verder vond ik een supermarkt voor de boodschappen en toen was het nog kruipen naar de camping. Bleek ik deze alweer voorbij te zijn, shit weer terug die heuvel op en vond ik de camping, nou ja camping zeg maar boerenerf waar ik mijn tent onder de bomen kon opzetten.
eenmaal de tent hebben staan tijd om te douchen, ik kan wel zeggen dat ik nog nooit zo'n smerige douche en toilet heb gezien. En alleen koud water, maar dat maakt niks uit bij 40 gr, dit is zelfs lekker. Daar ik hier helemaal alleen in mijn uppie sta en er verder helemaal niks is en ik toch wel zin in iets lekkers heb, moest ik alweer de berg naar beneden voor de supermarkt. Hier hadden ze geen bier koud staan, dus maar een fles Barberra, de wijn van de streek gehaald en ga ik die zodadelijk met het eten naar binnen werken., tezamen met de vele vliegen.
Hoe groot kan het contrast met gisteren zijn.