Dag 10, Quillan ( 110 km / 1725 Hm)
Afgelopen nacht gelukkig niet de bruine beer gezien die hier in de Pyreneeën de buurt onveilig maakt, daarentegen wel iets gehoord wat leek op een snurkende beer.
Vanmorgen geen ontbijt bij de tent daar we gisteren gezien hadden dat de bakker een paar kilometer van de camping lag. Bij de bakker haalde we een baguette, een paar choco’s en een fles melk die we in het park zijn gaan verorberen.
Na het ontbijt daalde we met een sneltreinvaart af naar Tarascon, waar we de drukke N20 namen naar Ax-les-Thermes. Deze weg is ontzettend druk omdat dit ook de weg is die naar Andorra gaat, en voor de Fransen betekent dit goedkoop, tanken, alcohol en sigaretten. Dit was geen pretje om te fietsen want hier joegen ze met meer dan 100 km/h voorbij. zodra we dan ook maar een mogelijkheid zagen om van de weg af te geraken en een kleine omweg via een dorpje te maken deden we dit.
Net voordat we Ax kwamen stopten we nog even snel bij de intermarche, voor de snelle suikers voor de beklimming die snel genoeg zou beginnen. Net voor de col stopte we nog even voor een dosis cafeïne om te gaan beginnen aan de col de Palhères. De col de Palhères is een klim van net geen 20 km tot net boven de 2000 mtr, gemiddeld 6,2%. Het begon redelijk en we konden een lekker ritme vinden, er zat zelfs nog een stukje vlak in. De zon had inmiddels de wolken verdreven en de temperatuur begon alweer op te lopen tot boven de 30 graden. We fietsen over een brede nieuw geasfalteerde weg richting het skistation Ascou, waar het lekker fietsen plaats maakte voor harken. Vanaf nu kwamen de percentages niet meer beneden de 9,5%. De laatste 7 kilometer werden een ware martelgang. In het begin lagen er nog een paar haarspeldbochten waar je dan heel even de druk van de pedalen kunt halen om bij te komen, maar de laatste 3 kilometer ging het in een rechte lijn naar de top die je maar heel langzaam dichterbij zag komen. Een heuze martelgang.
Eindelijk op de top na 2,5 uur klimmen moesten we ons een weg bannen tussen de loslopende paarden. Hierboven kregen we wel een geweldig uitzicht over de bergen, de dalen konden we niet helemaal zien want dit zicht werd belemmert door een dik wolkendek. Je kon wel nog de weg het dal in zien gaan. Nadat we op de top de tank weer hadden gevuld begonnen we aan de zeer technische afdaling met veel haarspeldbochten. Maar ineens kwamen daar de wolken en konden we haast geen meter voor ogen zien en werd het ronduit gevaarlijk, knalde nog bijna boven op een fietser die zich op weg naar boven hees. Het duurde een hele tijd voordat we weer wat meer zicht kregen en we het tempo weer de hoogte in konden gooien. Het laatste stuk was het zicht weer helder en doken we verder naar de Gorges de l’Aude, een smalle weg met zeer slecht asfalt in de kloof .
Dit was wel een mooi schouwspel zo tussen de rotsen, maar hier was het wel koud. De wind de we vol tegen hadden maakte het frisjes, met zo af en toe nog een druppeltje. Het enige voordeel was, dat de weg nog steeds afliep zodat we nog een beetje tempo konden maken. Plots stond daar een verkeerslicht in the middle of nowhere, waar we geheel tegen onze natuur in toch maar halt hielden. Eenmaal op groen wuifde we de auto’s voorbij en begonnen we als laatste aan de weg die een smalle kloof bleek te zijn; Défilé de Pierre-lys, waar slechts plaats is voor een wagenbreedte . De weg is uitgehouwen in de rotsen en je kijkt hier je ogen uit, in een woord adembenemend. Na de kloof waren het slechts nog enkele kilometers naar de camping in Quilllan, waar we na 110 km arriveerden.
Daar het vandaag zondag is en alle winkels gesloten zijn gaan we later het dorp in op zoek naar eten en drinken, alleen nog even wachten totdat het gestopt is met regenen.