Dag 7, Saint Béat (72 km / 1600 Hm)
Vannacht eindelijk eens rustig kunnen slapen, er ligt een nieuw matje in de tent. Tevens heeft het vannacht zo nu en dan geregend. Voordat we zijn gaan fietsen hebben we nog boodschappen gedaan voor het ontbijt. Zoals gewoonlijk stokbrood, verassend in Frankrijk.
We vertrokken rondt half 10 voor een korte rit, omdat we maar moeizaam op gang konden komen. Als we de tent niet hadden ingepakt zouden we vandaag hier een rustdag hebben genomen. Dan maar kijken hoe de dag verloopt, en vandaar dat we vandaag maar 70 kilometer en 1500 hoogtemeter hebben gefietst. Het eerste stuk was vlak door de vallei van de Louron richting de voet van de Peyresourde, vanaf daar begon het valsplat. Dit ging 3 kilometer zo door, tot dat het niet meer onder de 8% kwam. Wat zo een beetje normaal is in de Pyreneeën. Weet je wat, laten we de laatste 5 á 6 kilometer niet onder de 8% laten komen. Daarbij hingen de wolken laag, héél laag. Om en nabij de 1200 meter, net voor de top, moesten we door de wolken heen en het was een partij koud. Eenmaal boven op de Peyresourde zijn we gaan opwarmen en zijn we gaan eten bij een restaurant. 4 crepes de man en een kop koffie of cola. De crepes vulden goed en met een volle maag gingen we naar Bagnères-de-Luchon.
De afdaling was echt prachtig, de wegen waren nog vol gekalkt van de tour, die hier op 13 juli voorbij kwam met als winnaar Bardet. Beneden in Bagnères-de-Luchon gefietst hebben we dit druk bezochte kuuroord eens goed bekeken en nog een mooi kerkje gezien. We konden nu door naar Spanje over de Col de Portillon. Deze klim was weer standaard, vlak in het begin en stijl in het eind. Maar hier gingen we nog eerder door de wolken. Hier was het nog koeler dan op de vorige klim. Staan we boven op de top komen we een andere fietser tegen die we beneden in Bagnères-de-Luchon hadden gezien. Het was een Spanjaard die net zoals wij de route de cols aan het fietsen is. Hij sprak tevens, voor wat wij weten héél goed Engels. Het frappante was dat hij mensen tegen kwam uit zijn eigen dorp. Nou we zeiden adios en daalde af naar Bossòst.
Eindelijk beneden, na een serie haarspeldbochten zijn we richting de camping gefietst in Fos. Een lang aflopend stuk richting de camping kwam goed uit. Want het zag eruit dat het elk moment kon gaan regenen, dat deed het gelukkig niet. Staan we eindelijk op de camping in Fos, is er geen camping. Camping ferme staat er, goh zou je niet zeggen met gras dat tot je knieën komt. Zo moesten we 8 kilometer verder fietsen naar waar we nu zitten. Dit is nog steeds geen camping, maar we kunnen ons douchen. Het is nu niet gaan regenen maar gaan miezelen.
Tijdens het koken van de pasta, komt de eigenaresse van de camping. Ja het is geen camping voor tentjes. Kom hier ik maak jullie de deur open, dan kunnen jullie droog zitten.dat kwam goed uit om droog te kunnen eten. Alleen is het er een beetje stoffig. Want niet echt veel mensen komen op deze plek/regio.
Allez, vandaag gaan we eens op tijd naar ons nest. De rust is van harte welkom. Tot morgen!