Minerve

Dag 12, Caunes-Minervois (110 km / 1000 HM)

Nadat we vanmorgen afscheid haden genomen van de familie Lottmann en hun nogmaals bedankte voor hun gastvrijheid wilden we toch de Middellandse Zee met eigen ogen zien.

De weg ernaartoe ging in een gestrekte draf met de mistral in de rug. Onderweg nog even gestopt om inkopen te doen voor het ontbijt en een pot Nutella, die we aan de boulevard bij Narbonne plage hebben genuttigd.

Na het ontbijt moesten we eraan gelden, oftewel we kregen nu de mistral vol, maar dan ook vol op de kop met windsnelheden tot 65 km/h. Dit had helemaal niets meer met fietsen te maken, dit was overleven, en proberen om ook maar enigzins vooruit te komen. Alsof de mistral nog niet genoeg was kregen we ook nog venijnige klimmen te verwerken, waar we maar net met de allerkleinste versnelling boven kwamen. Maar dit was nog iets alles, want deze weg was ook nog eens de enige weg van het strand naar Narbonne. Dit betekende dat dit een héle druk weg is waar het verkeer je voorbij raast, terwijl je bezig bent om maar niet de greppel in te worden geblazen. Al met al was het een hachelijke onderneming die we gelukkig met succes hebben afgehandeld.

In Narbonne hebben we even rondgeslenterd in het centrum en hebben we deze verlaten door het kanaal van Robine te volgen tot in Cuxac-d’Aude waar we ons een tijdje op een terras hebben geplant voor de nodige cafeïne en om op adem te komen van het vechten tegen de wind.

Na de koffiebreak ging het verder naar het westen,daar waar de mistral vanaf komt. Vanaf dat moment werd het een gevecht tegen een muur van wind. In den beginne was het nog vlak door de Languedoc, maar dit veranderde toen we de Minervois in fietsten. Nu begon het heuvelachtig te worden, normaal geen probleem, maar vandaag met de wind kostte het ons ontzettend veel kracht om boven te geraken. Eenmaal boven denk je dan, oh lekker naar beneden laten bollen, maar helaas als je hier niet bij duwde op de pedalen bleef je gewoon stil staan. Vanaf Minerve, een hele mooie plaats, begon bij ons de moraal compleet in de schoenen te zakken. We hadden het idee dat we niet vooruit kwamen en we hadden nieuwe energie nodig. Maar waar krijgen je dat hier? Onderweg hadden we nog wat perziken geplukt die we in Agel bij een een waterbron opaten. Deze paar calorieën bleken veels te weinig te zijn voor dit gevecht tegen de mistral en we kregen dan ook te maken met een heuse hongerklop. We begonnen elkaar al uit te maken voor alles en wat, maar konden toch nog besluiten om de route te verlaten en de dichtstbijzijnde supermarkt of wat dan ook op te zoeken. We namen de eerste de beste weg naar beneden het dal in en stopten in Siran bij een bakker voor gebakjes met veel suiker.

Nadat dit was ingewerkt in ons systeem konden we ook weer helder nadenken en besloten we om de dichtstbijzijnde camping op te zoeken. Dit bleken nog 14 loeizware kilometers te zijn vanwege de mistral. Onderweg vonden we nog een kruidenier waar we het eten voor vanavond insloegen. De kruidenier was wel een Judas, ons uitlachen dat we alleen maar wind in aan het fietsen waren. Het grappigste vond hij ook nog dat er morgen net zo veel wind staat. Maar we moesten nog maar 4 kilometer naar de camping. Dit was opnieuw weer knokken,de benen waren helemaal maar dan ook helemaal leeg.

We doken de camping op en nadat we de tent hadden staan, en het eerste biertje hadden open getrokken waren we de helletocht van vandaag alweer vergeten. We kwamen tot de conclusie dat je het veel makkelijker is om een heuse col te bestrijden, want die kun je namelijk overwinnen., maar van de wind kun nooit winnen.

Op naar morgen.

Relive van de route