Dag 6, Helmstedt (110 km / 850 hm)

Vanmorgen was het nog erg frisjes buiten. Gelukkig was er bij de douche een kachel want daar kon je lekker tegenaan gaan hangen, de schoenen en sokken heb ik onder de handendroger gedroogd en warm gestookt.

Na het ontbijt , met de Nutella ontdooid in het hete water, vertrokken we in de richting van de ozzies. Maar eerst ging het naar Braunschweig dat op de route lag na 40 kilometer. De route voerde ons langs enkele bezienswaardigheden van de stad. Die allen weer zo'n beetje dezelfde kenmerken hebben als de andere Hanzesteden op de route hier. Na nog eens 15 kilometer te hebben gefietst in een Nederlands lijkend landschap ( vlak en veel water) kwamen we in de stad Wolfenbüttel. Een mooie stad met een eigenzinnig karakter. Dit omdat het in een andere stijl is gebouwd dan die van de Hanze.

Voordat we weer op pad gingen hebben we halt gehouden bij een konditorei, van een supermarkt . Want ja, we weten nu wel bijna alle supermarkten hier hebben een eetgelegenheid. Dus hier hebben we een koffie genomen met dit keer geen Kuchen, maar een hamburger achtig broodje. Eenmaal dit achter de kiezen gingen we richting Helmstedt. Om daar te komen moesten we eerst nog door het elm-lapwald over de Osterberg, een makkelijke klim boven de 300 mtr , maar daarentegen was de omgeving wel Schitterend. Na een heuse afdaling door het bos kwamen we in de Hanzestad Helmstedt. Deze was in vergelijking met de andere Hanzesteden iets mooier van karakter. Helmstedt heeft een academie en heemkundige museum het Juleum. Een rood gebouw in renaissancestijl dat je bijna niet kan missen.

Eenmaal Helmstedt achter ons, gingen we naar Bad-Helmstedt. Om vandaar Oost-duitsland te betreden. Dat hebben we ook gedaan en zijn op de grens gaan cup-a-soupen met wat broodjes erbij. Omdat het al bijna 5 uur was en de camping nog minimaal 25 km verder zou zijn, zijn we maar 4 kilometer terug gefietst, naar de wonderschone camping Waldwinkel. Een verpauperde camping waar het plafond je nog net niet op de kop valt met douchen. Maar het leukste was nog dat er iemand ons kwam uitleggen waar we moesten zijn. We stonden te wachten bij een knollenveld toen de heer des huizes, hij leek wel een beetje op Onslow van schone schijn, tevoorschijn kwam. Zonder een goedendag of iets dergelijks zei hij; in deze wei kun je de tent neerzetten, en douchen kun je in, hij wees naar een aftands gebouw, en zonder wat te zeggen was hij weer weg. De plek waar de tent staat lijkt wel een mijnenveld, en om in de douches te komen moet je je eerst een weg door de spinnenwebben banen, om van de schimmels en dergelijke maar te zwijgen. Hier zou Rob geus zich heerlijk kunnen uitleven.

Na de douche zijn we op de fiets gesprongen om de supermarkt op te gaan zoeken voor de nodige calorieën. Ditmaal werd het pasta arabiata, met zelfgemaakte gehaktballetjes. Mmmmm Hasta la pasta